Werken tot in eeuwigheid

Coach en trainer Paul Donders vertelt

Of het nu straatarme jongeren uit Zuid-Afrikaanse sloppenwijken zijn, of rijke topmensen uit het Nederlandse bedrijfsleven: coach, trainer, adviseur en schrijver Paul Donders (58) begeleidt ieder mens met dezelfde passie. “Doorwerken tot m’n 75e, dat is mijn ideaal.”

“Weet je waar ik echt de kriebels van krijg? Als ik iemand hoor zeggen: ‘Ik ga fulltime voor de Heer werken,’ of: ‘Je hebt pas een echte roeping als je voorganger wordt.’” Paul – blauwe trui, blauwe broek en blauwe schoenen – zegt het ergens halverwege het gesprek, in zijn woonkamer in Hoornaar. “Dat getuigt van een hoogst ongezonde manier van denken. Of je nu verpleegkundige, bankdirecteur, huisvrouw of voorganger bent: iedereen die wat werk betreft op z’n plek zit, z’n roeping volgt en God erin betrekt, werkt voor de Heer. Ook als straatveger kun je ‘fulltime voor de Heer’ werken.”

Evangelische hippies
Pas via een omweg vond Paul zijn eigen levensroeping. Van jongs af aan wilde hij arts worden, zoals zijn vader. Maar op z’n 16e veranderde dit, onverwacht. “Dat is best een gek verhaal,” grijnst Paul. “Ik kom uit een oude, katholieke familie en zat destijds op een katholieke middelbare school in Venlo, waar wij woonden. Het was de tijd van de Jesus People-beweging: een soort evangelische hippies, met lange haren en baarden. Op een dag kwamen zij hun getuigenis geven op mijn katholieke middelbare school. Hun passie voor Jezus en het Evangelie sprak mij enorm aan. Met drie vrienden ben ik daarom kort daarna naar Den Haag gegaan, waar ze jarenlang hun thuisbasis hadden. Daar ben ik tot geloof gekomen. Ik ben altijd katholiek gebleven, maar met een duidelijk evangelische inslag.”

 

Midden in de rosse buurt
Via een uitwisselingsprogramma van de Jesus People kwam Paul na zijn eindexamen in Duitsland terecht. Daar trok hij, 19 jaar oud, in bij de Missionsgemeinschaft Jesus Leute. “Een christelijke stadsgemeenschap van de Jesus People in Dortmund, midden in de rosse buurt. We woonden en leefden er samen met een bonte mix van christenen uit verschillende kerken en sterk uiteenlopende maatschappelijke standen. De helft bestond uit intellectuele, succesvolle mensen, de anderen kwamen uit de rafelranden van de samenleving, zoals ex-junks. Dat was een zeer interessante, leerzame ervaring voor me. We waren allemaal betrokken bij evangeliewerk en sociale hulpprojecten.”

Hoewel de Jesus People benadrukten dat ‘gewoon het Evangelie verkondigen’ veel belangrijker was dan studeren, wilde Paul in Duitsland een vervolgstudie doen. “Maar ja, medicijnen zou zeven jaar duren. Ik gaf mijn langgekoesterde droom om arts te worden op en koos voor de vierjarige studie architectuur.” Lachend: “Ik geloofde destijds oprecht dat het véél christelijker was om niet zolang te studeren!”

Zes maanden naar Hawaï
Na zijn studie, die hem uitstekend beviel, werkte Paul acht jaar lang als architect in Duitsland. Hij ontwierp onder meer kerken, fabrieken en woningen. Inmiddels was hij getrouwd met zijn Nederlandse jeugdliefde Sylvia, met wie hij drie kinderen zou krijgen (twee zoons en een dochter) én gaf hij leiding aan de Jesus People-stadsgemeenschap in Dortmund. “Het was een heel hectische periode, en in 1986 vonden Sylvia en ik het hoog tijd ons te bezinnen op onze toekomst. We besloten zes maanden naar Hawaï te gaan: geen slechte plek voor een sabbatical.”

De eerste drie maanden studeerde hij daar leiderschap en communicatie aan de universiteit, en de laatste drie maanden werkte hij. “Tijdens onze sabbatical besloot ik mijn carrière als architect af te bouwen: voortaan wilde ik mensen gaan trainen en coachen.” Terug in Duitsland, richtte hij in 1987 met twee goede vrienden (een predikant en een softwareprogrammeur) xpand op, een bedrijf dat mensen en organisaties wil helpen zich verder te ontwikkelen.

Een hele omschakeling voor een architect.

“Zelf heb ik dat niet zo ervaren. Werken met mensen vond ik altijd al leuker en interessanter dan werken met gebouwen. En als leider van de stadsgemeenschap in Dortmund had ik al een aantal jaren ervaring opgedaan met mensen, organisatie en communicatie. Dat sprak me enorm aan. En het trainen zat ook in mijn DNA via de kant van mijn moeder, die uit een geslacht van leraren komt.”


Heel veel voldoening
Wat als klein bedrijfje in Duitsland begon, groeide uit tot een succesvolle, internationale onderneming: xpand is nu in tien landen vertegenwoordigd, met in totaal 120 coaches, trainers en consultants. Naast CEO van xpand Nederland is Paul bestuursvoorzitter van xpand International. Elk land waar xpand is gevestigd, bezoekt hij minimaal één keer per jaar (Zuid-Afrika – de jongste en enige niet-Europese loot aan de stam – zelfs vijf keer).

Veel mensen worstelen met het vinden van een gezonde balans tussen werk en privé. Hoe doe jij dat?

“Ik beweer niet dat ik het helemaal goed doe, hoor, maar mij heeft het onder andere geholpen dat ik duidelijke grenzen stel. Voorheen was ik vaak ook op zaterdag nog aan het werk. Toen we ons in 1998 als gezin en als bedrijf in Nederland vestigden, besefte ik dat ik dingen anders moest aanpakken. Ik besloot voortaan maximaal negen zaterdagen per jaar te werken, waardoor ik 43 vrije weekenden heb. Klanten vinden het soms heel vervelend, maar ik heb die afspraak met mijn gezin en daar houd ik me aan. Dus dat helpt me: grenzen stellen, om ruimte te hebben voor mijn gezin.”

Heb je ook stilte nodig, om je batterijen op te laden en nieuwe inspiratie en ideeën op te doen?

“Absoluut. Eén keer per week wil ik echt tijd voor mezelf, anderhalf à twee uur. Bij voorkeur buiten, in de natuur. Wat dat betreft wonen we hier prachtig. Sporten is voor mij trouwens ook heerlijk ontspannend, én goed voor mijn rug. In 1996 werd ik geveld door een dubbele, inoperabele rughernia: op een dag kon ik letterlijk mijn bed niet meer uitkomen. Dankzij medicijnen en therapie ging dat gelukkig snel weer beter. Na die tijd hebben we als gezin besloten samen een sport te gaan beoefenen. Dat werd klimmen. Sindsdien doe ik dat twee keer per week, in Nieuwegein. Fantastisch! Het is een heel symmetrische sport, waarbij je alle spiergroepen aanspreekt. Dankzij het klimmen heb ik nooit meer last van mijn rug. Mijn vrouw en onze twee zoons doen het ook; mijn dochter koos voor paardrijden. Onze zoons zijn zelfs nationaal jeugdkampioen geworden toen ze 13 en 17 waren; ze klimmen nog steeds op zeer hoog niveau.”

 

Bij de F’jes op het voetbalveld
Mopperen massa’s Nederlanders bij de gedachte dat ze na hun 65e ‘door moeten werken’, zo niet Paul Donders. “Doorwerken tot m’n 75e, dat is mijn ideaal. Mensen en organisaties naar een hoger niveau tillen, spreken en schrijven, reizen: mijn werk geeft me ontzettend veel voldoening. Ik doe iets waar mijn hart nog steeds sneller van gaat kloppen, en daar krijg ik energie van.”

Veel mensen zien reikhalzend uit naar hun pensioen.

“Jazeker. Vaak zijn dat mensen die hun werk wel leuk vinden, maar een baan hebben die misschien toch niet helemaal bij ze past. Of ze hebben werk waar je moe van wordt, ook lichamelijk. Of ze hebben hobby’s en nevenactiviteiten die ze eigenlijk veel leuker vinden dan waar ze voor worden betaald. Ik ken bijvoorbeeld goede bedrijfsleiders die nóg beter zijn als ze op zaterdag bij de F’jes op het voetbalveld staan. Daar komt hun echte passie naar boven. Maar als je passie heel dicht op je werk zit of er zelfs mee samenvalt, dan ben je helemaal op je plek.”

Juist als je werk je passie is, kunnen moeilijke momenten extra pijnlijk zijn. Wat was de zwaarste beslissing in jouw carrière?

Paul (zelden om woorden verlegen) denkt een paar tellen diep na. “Pfff… De moeilijkste beslissing… Ik vind het altijd héél moeilijk om iemand te ontslaan. Dat heb ik een aantal keren moeten doen.”

Waarom vind je dat zo moeilijk?

“Omdat ik een echte ‘bemoediger’ ben; ik wil mensen er zo lang mogelijk bij houden. Dus ik vind het moeilijk, maar wel heel belangrijk. Als je nooit werknemers ontslaat die niet goed functioneren, ben je er mede schuldig aan dat collega’s lijden onder het feit dat iemand op de verkeerde plek zit. Wat ik trouwens óók moeilijk vind, is als ik in organisaties word geconfronteerd met conflicten waarbij de ruziënde partijen niet tot een oplossing wíllen komen. Daar kun je als buitenstaander niks aan doen. Dat accepteren, vind ik lastig.”

Staat je vrouw er wel achter dat jij nog zo lang door wilt werken?

“Sylvia steunt me van harte. Zelf werkt ze, sinds we in 1998 terugkwamen in Nederland, niet meer fulltime. Ze is nu twee dagen per week vrijwilliger op school. Verder begeleidt ze een jeugdgroep en is ze volop betrokken bij de Alpha-cursussen in onze kerk. Ze vindt het heerlijk om niet meer voor geld te hoeven werken – dus dat mag ik doen. En het leuke is: we genieten er allebei van.”

 

Alle emoties
Een van de mooie dingen van zijn vak, zegt hij, zijn de vaak diepe gesprekken die hij met allerlei professionals en leidinggevenden voert. “Ik ben natuurlijk geen psycholoog, al zijn er raakvlakken met de psychologie. In de veiligheid van een goed gesprek durven mensen hun verleden onder ogen te zien. Want daar kijken we altijd naar: waar komt iemand vandaan, waar staat hij nu en naar welk volgende niveau kan hij toegroeien?”

In jouw boekje ‘Veerkracht’ stuitte ik op dit zinnetje: ‘Er bestaat geen mens zonder zijn eigen, unieke gebrokenheid.’ Daarop kan jij dus geen uitzondering zijn.

Paul knikt. “Dat klopt. Die gebrokenheid heeft in mijn geval te maken met het feit dat ik nog maar 17 was op het moment dat mijn vader, die al 63 was toen ik werd geboren, overleed. Ik had een geweldige vader, maar hij ging wel dood. Dat heeft veel impact op me gehad. Pas rond m’n 20e kwamen al die emoties naar buiten, in een goed gesprek met mensen van Jeugd met een Opdracht. Zo draagt iedereen dingen mee. Henri Nouwen zegt dat je jouw gebrokenheid moet omarmen. Als je ertegen vecht, verlies je het, want je kun het niet ongedaan maken. Denk aan een sterfgeval, of echtscheiding. Ik ben nu zelf iets ouder en coach veel mensen tussen de 50 en de 65, allemaal directeuren en bestuurders. Dat zijn mensen die hun gebrokenheid hebben. Allemaal. Dat ziet je alleen niet altijd aan de buitenkant. En toch komt dat in gesprekken vaak boven water. Soms kunnen ze daar éindelijk met iemand over praten. Ik ben dankbaar dat ik hen daarin verder kan helpen: hoe kunnen ze die gebrokenheid in de volgende fase van hun leven omarmen? Je kijkt samen naar de toekomst, maar gaat niet voorbij aan het verleden. Ik voel me bevoorrecht dat ik hen daarin mag begeleiden.”

 

Plotseling overleden
Doorwerken tot z’n 75e: Paul beseft dat het ‘Deo Volente’ is. “Het hele leven is genade. Afgelopen september kreeg ik tijdens een training een verbijsterend bericht: een heel goede vriend van me, tevens partner in ons bedrijf, was plotseling overleden. Ik kon het niet bevatten. Nog maar 60 jaar oud. Gezond, 38 jaar getrouwd, drie kinderen, vijf kleinkinderen… Het gebeurde in Sri Lanka, waar hij een groep leerkrachten trainde. Een super gelukkige man, in drie minuten tijd overleden! Een maand lang ben ik echt moe geweest van alle emoties die zijn overlijden met zich meebracht. Dat is ook een realiteit: je hebt het leven niet in de hand. Maar… zolang je het leven en de gezondheid hebt, ben je verantwoordelijk voor de tijd die je gegeven wordt. Het leven op aarde is een voorbereiding op het hiernamaals. Daar gaat het verder.”

Verwacht je dat jij ook op de nieuwe aarde zult werken?

“Gegarandeerd.”

Je hoeft in ieder geval geen mensen – of engelen – te coachen of te trainen, lijkt mij. Wat zou jij ‘straks’ moeten doen?

Paul glimlacht en haalt zijn schouders op. “Geen idee, eerlijk gezegd. Maar Jesaja zegt ergens dat het Koninkrijk van de Zoon van God nooit een einde zal hebben in zijn uitbreiding. Dus als het Koninkrijk in de eeuwigheid alsmaar doorgaat, moet daar van alles en nog wat te doen zijn. Het is heus niet zo van: Hij is klaar met scheppen, en straks roepen we duizenden jaren achter elkaar ‘Halleluja’. Ik denk, met eerbied gesproken, dat Hij daar ook niet blij van wordt. God heeft ons naar Zijn beeld gemaakt en Hij is een Schepper die nooit ophoudt met werken. En wij dus ook niet.”

Levensmotto
“Mijn levensmotto is: ‘Dankbaarheid is een van de meest intelligente vormen van communicatie.’ Dankbaarheid vind ik ontzettend belangrijk, een levensstijl. Ik zie dingen waar ik dankbaar voor ben, en die benoem ik ook.”